In 2020 was de Wit-Russische hoofdstad Minsk plots wereldnieuws; na overduidelijk oneerlijke verkiezingen waren er grote protesten. Oppositiepresidentskandidaat Svetlana Tichanovskaja moest onder bedreiging zelfs het land verlaten. In Nederland weten we echter weinig over de ‘laatste dictatuur van Europa.
Voor velen blijft het echter een blinde vlek in de topografische verbeelding. Hoewel nauw met Rusland verweven, is het land geen aanhangsel van zijn grote broer. Alleen al over de naam van het land bestaat onduidelijkheid. Is het nu Wit-Rusland, of Belarus? Wat op eerste ogenblik gewoon een kwestie van vertalen lijkt – het ‘Bel’ van Belarus betekent ‘Wit’, blijkt in tweede instantie een uiterst gepolitiseerde identiteitskwestie. Waar sommigen het zelfstandige bestaan van deze staat als een foutje van de geschiedenis zien, heeft het land volgens anderen een historische traditie en dito bestaansrecht.
Wit-Rusland, of Belaroes, is hoewel onbekend (en daarmee onbemind) gelegen op een kruispunt van culturen en beschavingen. Juist omdat het land zo strategisch is gelegen, kan het land niet makkelijk geplaatst worden: er zijn duidelijke Russische invloeden, maar ook westerse. Hoe kan het dat dictator Aleksandr Loekasjenko al meer dan 25 jaar stevig in het zadel zit? Waarom wordt de nationale taal, het Wit-Russisch, door bijna niemand gesproken? Op welke wijze beïnvloedt de geopolitieke positie van Wit-Rusland de machtsverhoudingen in Europa? Waarom is het Sovjet-verleden (met al zijn gruwelen) nog zo zichtbaar? Om dit soort belangwekkende vragen te begrijpen moet het verleden van Wit-Rusland beter worden gegrepen.